Ik heb zin om iets te maken met oostindische inkt.
Het hoeft niets te worden, ik heb geen plan maar wel een doel: lekker tekenen.

Met een stokje maak ik willekeurig dunne en dikke lijnen. Die verbind ik met elkaar zodat er gesloten puntige vormen bij komen. In sommige vormen zet ik lijntjes.



Nu heb ik deze tekening.
Hij is intuïtief ontstaan want ik heb hem niet van tevoren bedacht.
Ik kijk er een poosje naar.

Nu krijg ik een gedachte: er moet kleur bij. Een beetje maar.



Met ecoline en viltstiften kleur ik sommige vormen in.
Ik denk: zijn er nu huizen aan het ontstaan?
Is het een landschap geworden?
Per ongeluk, of heb ik het toch bedacht?
Hier kom ik niet uit. Het is ook niet belangrijk.

Ik leg de gedachten aan de kant en ga kijken wat me bevalt aan deze tekening.



De ‘beste’ details knip ik los.






Dit detail zonder kleur vind ik als geheel wel aardig.
Het is trouwens heel geschikt om een patroon van te maken. Dat ga ik doen.



Eerst maak ik een verdubbeling.



De eerste verdubbeling verdubbel ik. Ze kunt ze op verschillende manier aan elkaar plakken. Hier zie je er twee.
Nu is er een basis voor een patroon. Ik ga verder met de rechter basis. Daar maak ik vier kopieën van…



… en die plak ik aan elkaar.
Deze kopieer ik, maak de kopie transparant en roteer hem 90 graden naar rechts.



Dit is het resultaat.
Hij is wat flets, het contrast tussen licht en donker mag groter:



Deze kopieer ik nog een paar keer.



Voila een patroon.
Hier kun je eindeloze variaties van maken.



Intuïtieve inktlijnen worden bedachte patronen.



>>>