Ik wandel over het Melkwegpad in het bos bij Hooghalen. Dat doe ik wel vaker. Met de hond want die mag daar loslopen. Aan het eind van het pad staan de radiotelescopen. Meestal loop ik van daaruit weer terug.
Vandaag ga ik verder door naar het terrein van voormalig kamp Westerbork. Daar aangekomen doe ik de hond aan de lijn.
Eerst kom ik langs het houten huis in de glazen kooi. Bizar. Waarom zoveel moeite om dit te behouden?
Ik loop verder, lees geen enkel informatiebord maar laat vooral de natuur op me inwerken. Er zijn velden met lang gras en bloemen en oude bomen.
Het ziet er natuurlijk uit maar alles is zorgvuldig aangelegd.
Mooi, het waait nogal en de velden zijn steeds in beweging.
De replica’s van barak, wachttoren, wagon laat ik voor wat ze zijn. Ik kijk vooral naar het groen, ruik de geuren, hoor de wind en de vogels.
Een paar dagen later lees ik Je ziet me nooit meer terug, de autobiografie van Sonja Barend.
Rode draad in het boek is haar vader die ze niet heeft gekend. Hij is in WOII in Auschwitz vermoord.
Mij treft o.a. deze passage over keurig gerestaureerde herdenkingsoorden.
Sonja Barend verwoordt hier precies de gedachten die ik had tijdens mijn wandeling.