Daar zijn ze weer, de paddestoelen.
Elk jaar vind ik het een verrassing hoe ze er plotseling zijn.
Op dit blog heb ik er al eens een stukje over gemaakt. Even zoeken…
O ja, het was twee jaar geleden. Best leuk eigenlijk. Weet je wat, ik plaats het gewoon nog een keer.
Paddestoelen
Wie er heeft verzonnen dat er in paddestoelen minimensjes met puntmutsen wonen weet ik niet.
Maar altijd als ik zo’n vliegenzwam zie denk ik aan ze: kabouters.
Ik dacht dat iedereen die associatie heeft maar toen ik dit laatst aan iemand vertelde was de reactie een ongelovige blik.
Deze herfst zie ik heel veel paddestoelen.
Deurtjes heb ik nog niet ontdekt.
Trouwens, de leukste kabouter van Nederland heeft niet eens een puntmuts.
Ook woont hij niet in een paddestoel, maar gewoon bij de familie Blom thuis. In Amsterdam.
Hij heet Wiplala.
Hier zie je hem.
Hij staat op het hoofd van meneer Peters, die eigenlijk de directeur van de soepfabriek is maar Wiplala heeft hem in een hond veranderd.
Bij de familie Blom woont ook een poes die Vlieg heet.
Wiplala is bedacht door Annie M.G. Schmidt, hoe kan het ook anders.
En de geweldige illustraties zijn van Jenny Dalenoord.
Terug naar de paddestoel.
Theo Meder weet veel over volksverhalen.
Hij heeft onderzocht waar de link paddestoel/kabouter vandaan komt: tante Lize.
Zijn artikel overĀ kabouters en paddestoelen lees je hier.