Het is niet mijn gewoonte om ultralange zinnen te gebruiken. Integendeel. Maar vandaag heb ik als startzin voor dit stukje wel een aardige bedacht. Komt ie.
Tijdje geleden kreeg ik een flinke hoeveelheid walnoten van iemand die een collega heeft wiens moeder’s walnotenboom in 2023 immens veel noten had laten vallen.
Heerlijk zijn ze, zo nu en dan eet ik er een paar.
Als ik er een kraak ben ik gefascineerd door het uiterlijk van zowel de harde dop als de inhoud. Soms heb ik geluk en splitst de noot zich netjes in tweeën. Laatst zag ik er een stempel in.
Mijn stempelkussen was onvindbaar, dus ging ik met tusche in de weer.
Je krijgt dan, vrij voorspelbaar, een druppelachtige vorm.
Als je de ingeïnkte noot meerdere keren afdrukt wordt het leuk want elke afdruk is anders.
Ik kan het niet laten er lijnen in te tekenen.
En experimenteren met een beetje kleur.
En tekeningen weer veranderen.
En niet te vergeten: patronen verzinnen.
En natuurlijk foto’s maken van de stempel.